Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „bedrijf“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

be·drijf <bedrijven> [bədrɛif] SUBST nt

1. bedrijf (onderneming, zaak):

bedrijf
Betrieb m
binnen het bedrijf
betriebsintern
binnen het bedrijf
(inner)betrieblich
van buiten het bedrijf
betriebsfremd
een chemisch bedrijf
eine chemische Fabrik
een chemisch bedrijf
ein Chemiebetrieb
een huis van het bedrijf
eine betriebseigene Wohnung

2. bedrijf (in sammenstelling):

bedrijf
-betrieb
bedrijf
-welt
het filmbedrijf
die Filmwelt

3. bedrijf (akte):

bedrijf
Akt m
bedrijf
Aufzug m

4. bedrijf (werking):

bedrijf
Betrieb m
buiten bedrijf zijn
außer Betrieb sein
buiten bedrijf stellen
außer Betrieb setzen
buiten bedrijf stellen
stilllegen

Beispielsätze für bedrijf

van buiten het bedrijf
betriebsfremd
het bedrijf van meubelmaker
das Möbeltischlergewerbe
een goed geolied bedrijf übtr
ein gut laufender Betrieb
een bedrijf plat leggen
einen Betrieb durch Streik stilllegen
nadelig voor het bedrijf
geschäftsschädigend
een reusachtig bedrijf
ein riesiger Betrieb
een gezond bedrijf übtr
ein gesunder Betrieb
een bedrijf platleggen
einen Betrieb bestreiken
het dienstverlenend bedrijf
der Dienstleistungsbetrieb
binnen het bedrijf
betriebsintern
een chemisch bedrijf
eine chemische Fabrik
buiten bedrijf zijn
außer Betrieb sein
buiten bedrijf stellen
außer Betrieb setzen
zijn bedrijf uitoefenen
seinem Erwerb nachgeben
een winstgevend bedrijf
ein einträgliches Gewerbe
een bedrijf doorlichten übtr
einen Betrieb durchleuchten
een gesloten bedrijf
ein Betrieb mit Einstellungsstopp

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Wörterbücher durchsuchen
Beliebteste