Übersetzungen für „blad“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

blad <blad|en> [blɑt] SUBST nt

1. blad plantk.:

blad

Blatt nt

hij is omgedraaid als een blad aan een boom

er ist wie ausgewechselt [o. ausgetauscht]

in het blad schieten

ins Kraut schießen

2. blad (dienblad):

blad

Tablett nt

blad

Servierbrett nt

3. blad (vel):

blad

Blatt nt

blad

Bogen m

een blad muziek

ein Notenblatt

4. blad (tijdschrift, krant):

blad

Blatt nt

blad

Zeitung f

blad

Heft nt

de bladen melden …

die Zeitungen melden …

een blad uitgeven

ein Blatt herausgeben

Wendungen:

het blad van een bijl/een zaag (plat, breed (deel van een) voorwerp)

das Blatt einer Axt/das Sägeblatt

bladen mahoniehout

Mahagoniplatten Pl

het blad van een tafel

die Tischplatte

geen blad voor de mond nemen

kein Blatt vor den Mund nehmen

Beispielsätze für blad

een onbeschreven blad papier ook übtr

ein unbeschriebenes Blatt

in het blad schieten

ins Kraut schießen

een blad illegaal verspreiden

eine Untergrundzeitung verbreiten

een krullend blad

ein gekräuseltes Blatt

een blad muziek

ein Notenblatt

een blad uitgeven

ein Blatt herausgeben

een enkel blad/spoor

ein einzelnes Blatt/eine eingleisige Bahn

een vliegend blad [o. blaadje ] gesch.

eine Flugschrift

het blad van een tafel

die Tischplatte

een tafel met uittrekbaar blad

ausziehbarer Tisch

uit het hoofd/van het blad spelen

auswendig/vom Blatt spielen

het blad van een bijl/een zaag (plat, breed (deel van een) voorwerp)

das Blatt einer Axt/das Sägeblatt

geen blad voor de mond nemen

kein Blatt vor den Mund nehmen

omdraaien als een blad (aan een boom) übtr

wie ein Fähnchen im Wind umschwenken

hij is omgedraaid als een blad aan een boom

er ist wie ausgewechselt [o. ausgetauscht]