Übersetzungen für „inslaan“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

in·slaan¹ <sloeg in, h./i. ingeslagen> [ɪnslan] VERB intr

1. inslaan (een richting nemen):

inslaan

einschlagen

inslaan

einbiegen in +Akk

hij sloeg de verkeerde straat in

er bog in die falsche Straße ein

2. inslaan (met een slag in iets doordringen):

inslaan

einschlagen

de bliksem is ingeslagen

der Blitz hat eingeschlagen

3. inslaan übtr:

inslaan

einschlagen

inslaan

ankommen

dat sloeg in als een bom

das schlug ein wie eine Bombe

in·slaan² <sloeg in, h. ingeslagen> [ɪnslan] VERB trans

1. inslaan (door slaan breken):

inslaan

einschlagen

inslaan

einhauen ugs

iem de hersens inslaan

jdm den Schädel einschlagen

2. inslaan:

inslaan (in voorraad nemen)

einlagern

inslaan (in voorraad nemen)

sich eindecken

inslaan (brandstoffen, massagoederen)

bunkern

drank inslaan

sich mit Getränken eindecken

3. inslaan (omslaan: mouwen):

inslaan

einschlagen

4. inslaan (indrijven):

inslaan

einschlagen

inslaan

einhauen

alle hoop is de bodem ingeslagen übtr

alle Hoffnung ist dahin

een spijker in het hout inslaan

einen Nagel in das Holz einschlagen

Beispielsätze für inslaan

drank inslaan

sich mit Getränken eindecken

iem de hersens inslaan

jdm den Schädel einschlagen

plannen de bodem inslaan übtr

Pläne zerstören [o. vernichten]

een zijstraat inslaan

in eine Seitenstraße einbiegen

voorraad inslaan voor de winter

einen Wintervorrat anlegen

een spijker in het hout inslaan

einen Nagel in das Holz einschlagen