Übersetzungen für „kapitaal“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

ka·pi·taal¹ <kapi|talen> [kapital] SUBST nt

kapitaal

Kapital nt

kapitaal (aanzienlijke som geld)

Vermögen nt

eigen kapitaal

Eigenkapital

geïnvesteerd kapitaal

Anlagekapital

dat kost me een kapitaal/kapitalen

das kostet mich ein Kapital/Vermögen

ka·pi·taal² <kapitale, kapitaler, kapitaalst> [kapital] ADJ

kapitaal

kapital

kapitaal (enorm)

riesig

een kapitale boerderij

ein stattlicher Bauernhof

de kapitale fout

der Kapitalfehler

Beispielsätze für kapitaal

eigen kapitaal

Eigenkapital

geïnvesteerd kapitaal

Anlagekapital

vast kapitaal

Anlagekapital nt

dood kapitaal

totes Kapital

een kapitaal renderend maken

ein Kapital gewinnbringend anlegen

inkomsten uit kapitaal

Kapitalerträge Pl

het maatschappelijk kapitaal

das Grundkapital

geleend kapitaal aflossen

geliehenes Kapital zurückzahlen

het vlottend kapitaal

das Umlaufvermögen

rente bij het kapitaal voegen

Zinsen zum Kapital schlagen

dat kost me een kapitaal/kapitalen

das kostet mich ein Kapital/Vermögen

een goede rente maken van zijn kapitaal

sein Kapital gut verzinsen

het kapitaal begint vrucht af te werpen

das Kapital beginnt, Erträge abzuwerfen