Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „komen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

ko·men <kwam, i. gekomen> [komə(n)] VERB intr

komen
er komen (examen)
er komen (zijn doel bereiken)
wat niet is, kan nog komen
ergens bij kunnen komen
komen logeren bij iem
met de boot/te voet komen
overeind komen
overeind komen
van school komen
tussenbeide komen
aan geld zien te komen
achter iets komen
komen te overlijden
tot iets komen
tot zichzelf komen
tot zaken komen (met iem)
uit zijn woorden komen
uit een probleem komen
wat niet is, kan nog komen Sprichw

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski