Übersetzungen für „onmiddellijk“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

on·mid·del·lijk¹ [ɔmɪdələk] ADJ

1. onmiddellijk (dadelijk):

onmiddellijk

sofortig

onmiddellijk

sofort

onmiddellijk

(so)gleich

onmiddellijk

unverzüglich

een onmiddellijk antwoord

eine sofortige Antwort

er is geen onmiddellijk gevaar

es besteht keine augenblickliche [o. direkte] Gefahr

2. onmiddellijk (zonder tussenruimte):

onmiddellijk

unmittelbar

ik liep onmiddellijk achter Pieter

ich ging direkt hinter Pieter her

in de onmiddellijke nabijheid

in unmittelbarer [o. nächster] Nähe

3. onmiddellijk (rechtstreeks):

onmiddellijk

unmittelbar

de onmiddellijke werking van de zonnestralen

die unmittelbare Wirkung der Sonnenstrahlen

on·mid·del·lijk² [ɔmɪdələk] ADV

onmiddellijk

sofort

onmiddellijk

unmittelbar

onmiddellijk daarop

gleich darauf

Beispielsätze für onmiddellijk

onmiddellijk daarop

gleich darauf

een onmiddellijk antwoord

eine sofortige Antwort

ik liep onmiddellijk achter Pieter

ich ging direkt hinter Pieter her

er is geen onmiddellijk gevaar

es besteht keine augenblickliche [o. direkte] Gefahr