Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „rijden“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

rij·den1 <reed, h. gereden> [rɛidə(n)] VERB trans

rijden (vervoeren)
rijden (een rijdier)
rijden ((een auto) besturen)

rij·den2 <reed, h./i. gereden> [rɛidə(n)] VERB intr

1. rijden ((op) een rijdier):

rijden

2. rijden (rijeigenschappen):

rijden

3. rijden (schaatsen):

rijden
zit niet zo op die stoel te rijden

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski