Übersetzungen für „toe“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

toe¹ [tu] ADV

1. toe (in de richting naar):

toe

zu +Dat

hij komt naar mij toe

er kommt zu mir

2. toe (gericht naar):

toe

zu +Dat

toe

gegen +Akk

met de rug naar de zon toe

mit dem Rücken zur Sonne

3. toe (bijvoeging):

toe

(noch) dazu

vla toe

Pudding als Nachtisch

4. toe (bedoeling, betrekking):

toe

zu +Dat

waar dient dat toe?

wozu dient das?

dat doet er niet(s) toe

das tut nichts zur Sache

aan iets toe komen

zu etw Dat kommen

5. toe (dicht):

toe

zu

met de ogen toe

mit geschlossenen Augen

aan iets toe zijn

etw brauchen

aan vakantie toe zijn

urlaubsreif sein

af en toe

ab und zu

af en toe

dann und wann

het gaat er hier vrolijk aan toe

es geht hier lustig zu

hij kan met € 200,- in de week toe

er kann mit 200 Euro pro Woche auskommen

tot nu toe

bisher

tot nu toe

bis jetzt

er slecht aan toe zijn

übel dran sein

verdomme nog aan toe!

verdammt noch mal! ugs

toe² [tu] INTERJ

1. toe (vooruit):

toe

na

2. toe (alstublieft):

toe

bitte

3. toe (och kom):

toe

ach

toe nou, wou je me dat wijsmaken?

ach nee, wolltest du mir das weismachen?

4. toe (kom kom):

toe

na

toe maar! (welja)

nicht doch!

toe maar! (ga je gang maar)

nur zu!

toe-ei·ge·nen <eigende zich toe, h. zich toegeëigend> [tuɛiɣənə(n)] VERB wk ww zich toe-eigenen

1. toe-eigenen (onrechtmatig in bezit nemen):

toe-eigenen

sich Dat aneignen

2. toe-eigenen (tot zijn eigendom maken):

toe-eigenen

sich Dat zulegen

Beispielsätze für toe

vla toe

Pudding als Nachtisch

toe maar! (welja)

nicht doch!

blij toe! ugs

Gott sei Dank!

zij stemde grif toe

sie stimmte sofort zu

aan vakantie toe zijn

Urlaub brauchen

tot tranen toe bewogen

zu Tränen gerührt

tot drie maal toe

bis zu dreimal

ik stem erin toe

ich bin damit einverstanden

het publiek stroomde toe

das Publikum strömte herbei

dat dient nergens toe

das ist zu nichts nütze

zwakjes gaf hij toe

kleinlaut gab er nach

aan reparatie toe zijn

reparaturbedürftig sein

het lot slaat toe übtr

das Schicksal schlägt zu

hij tastte gretig toe

er griff gierig zu

tot boven aan toe

bis oben

tot barstens toe vol übtr

brechend voll

op de koop toe übtr

obendrein