Niederländisch » Deutsch
Meintest du vielleicht: disk , wist , wis , wiek und wijk

wijk <wijk|en> [wɛik] SUBST f

1. wijk (deel van een stad):

Viertel nt

3. wijk (vlucht):

Flucht f

wiek <wiek|en> [wik] SUBST f

1. wiek (molenwiek):

wist VERB

wist 3. Pers Sg Imperf van weten

Siehe auch: weten , weten , weten

we·ten3 <wist, h. geweten> [wetə(n)] VERB trans

1. weten (kennis hebben van; beseffen):

weet je wel [o. je weet wel ]
je zou eens moeten weten … [o. als je eens wist …]
voor zover ik weet form
weet ik veel! ugs
wat niet weet, dat niet deert Sprichw

2. weten (neiging hebben) + van:

3. weten (erin slagen):

weten form

we·ten2 VERB

weten 3. Pers Pl Imperf van wijten

disk <disk|s> [dɪsk] SUBST f


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski