Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „ontwijken“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

ont·wij·ken <ontweek, h. ontweken> [ɔntwɛikə(n)] VERB trans

1. ontwijken (uit de weg gaan om niet te botsen):

ontwijken
ausweichen +Dat
hij kon de boom nog net ontwijken

3. ontwijken (elke aanraking vermijden):

ontwijken
ontwijken
iems blik ontwijken

4. ontwijken (trachten te ontkomen):

ontwijken
ontwijken

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski