Übersetzungen für „bijzonderheid“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

bij·zon·der·heid <bijzonder|heden> [bizɔndərhɛit] SUBST f

1. bijzonderheid (detail):

bijzonderheid

Einzelheit f

een zaak in bijzonderheden bestuderen

eine Sache in allen Einzelheiten studieren

bijzonderheden ontbreken nog

Einzelheiten fehlen noch

2. bijzonderheid (bijzondere omstandigheid, eigenaardigheid):

bijzonderheid

Besonderheit f

bijzonderheid

Eigentümlichkeit f