Übersetzungen für „Bergspitze“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

berg·sport [bɛrxspɔrt] SUBST f geen Pl

bergsport

Bergsport m

bergsport

Alpinistik f form

berg·wei·de <bergweide|n> [bɛrxwɛidə] SUBST f

bergweide

Alm f

bergweide

Bergweide f

be·ris·ping <berisping|en> [bərɪspɪŋ] SUBST f

1. berisping (uiting van ongenoegen, afkeuring):

berisping

Tadel m

berisping

Rüge f

berisping

Verweis m

2. berisping (door een autoriteit):

berisping

Verweis m

berg·schoen <bergschoen|en> [bɛrxsxun] SUBST m

bergschoen

Bergschuh m

berg·re·de SUBST f geen Pl

bergrede

Bergpredigt f

berg·ke·ten <bergketen|s> [bɛrxketə(n)] SUBST f

bergketen

Bergkette f

bergketen

Gebirgskette f

berg·op [bɛrəxɔp] ADV

bergop

bergauf

bergop

bergan

bergop

den Berg hinauf

berg·hut <berghut|ten> [bɛrxhʏt] SUBST f

berghut

Berghütte f

ber·ging <berging|en> [bɛrɣɪŋ] SUBST f

berging

Bergung f