Übersetzungen für „Kidnapping“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

kid·nap·pen [kɪtnɛpə(n)]

kidnappen [[o. kɪtnɑpə(n)]] kidnapte, h. gekidnapt VERB trans:

kidnappen

kidnappen

kidnappen

entführen

ont·snap·ping <ontsnapping|en> [ɔntsnɑpɪŋ] SUBST f

ontsnapping

Entkommen nt kein Pl

ontsnapping

Entwischen nt kein Pl

ontsnapping (gevangenschap)

Ausbruch m

ontsnapping (gevangenschap)

Flucht f

ontsnapping (gas, lucht)

Ausströmen nt

drop·ping <dropping|s> [drɔpɪŋ] SUBST f

1. dropping (het werpen uit een vliegtuig):

dropping

Abwurf m

dropping

Absetzen nt

2. dropping (tocht):

dropping

‘Dropping’ nt

ping·ping [pɪŋpɪŋ] SUBST m geen Pl

pingping

Pinkepinke f

in·ke·ping <inkeping|en> [ɪŋkepɪŋ] SUBST f

1. inkeping (handeling):

inkeping

Kerbung f

inkeping

Einkerbung f

2. inkeping (resultaat):

inkeping

Kerbe f

over·kap·ping <overkapping|en> [ovərkɑpɪŋ] SUBST f

overkapping

Überdachung f

over·lap·ping SUBST f

overlapping → overlap

Siehe auch: overlap

over·lap <overlap|pen> [ovərlɑp] SUBST m

overlap

Überlappung f

overlap

Überschneidung f