Übersetzungen für „Moderatorin“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

mo·de·ra·men [modəramə(n)] SUBST nt geen Pl

1. moderamen (president, leiding van een vergadering):

moderamen

Vorsitzende(r) m

2. moderamen rel.:

moderamen

Moderamen nt

ope·ra·tor <operator|en, operator|s> [ɔpəretər, operatɔr] SUBST m

operator

Operator m

mo·der·ni·se·ren <moderniseerde, h. gemoderniseerd> [modɛrnizerə(n)] VERB trans

moderniseren

modernisieren

mo·de·gril <modegril|len> [modəɣrɪl] SUBST f

modegril

Modelaune f

mo·del·ac·tie <modelactie|s> [modɛlɑksi] SUBST f

1. modelactie (protestactie):

modelactie

Dienst m nach Vorschrift

2. modelactie (goed uitgevoerde actie):

modelactie

Musteraktion f

mo·del·le·ren <modelleerde, h. gemodelleerd> [modɛlerə(n)] VERB trans

1. modelleren (boetseren):

modelleren

modellieren

2. modelleren (in het klein voorstellen):

modelleren

in kleinem Maßstab nachbilden

mo·del·wo·ning <modelwoning|en> [modɛlwonɪŋ] SUBST f

modelwoning

Musterwohnung f

ora·to·ri·um <oratorium|s, ora|toria> [oratorijʏm] SUBST nt

oratorium

Oratorium nt

mod·de·raar <modderaar|s> [mɔdərar] SUBST m

modderaar

Stümper m abw

ge·ne·ra·tor <generator|s, generator|en> [ɣenəratɔr] SUBST m

generator

Generator m

mo·dern <moderne, moderner, modernst> [modɛrn] ADJ

modern

modern

de moderne geschiedenis

die moderne Geschichte

de moderne talen

die neueren Sprachen Pl

onderwijs in de moderne vreemde talen

neusprachliche(r) Unterricht m