Niederländisch » Deutsch
Meintest du vielleicht: Tsjechië , uitscheuren , uitschelden , uitscheiden , echtscheiding , luchtschip , schietschijf , kwijtschelding , uitchecken , aanhechten , ontschepen und natscheren

Tsje·chië [tsjɛɣiə] SUBST nt geen Pl

uit·schei·den1 <scheidde uit, h. uitgescheiden> [œytsxɛidə(n)] VERB trans (afzonderen; afscheiden)

uit·schel·den <schold uit, h. uitgescholden> [œytsxɛldə(n)] VERB trans

uit·scheu·ren1 <scheurde uit, i. uitgescheurd> [œytsxørə(n)] VERB intr (scheuren)

echt·schei·ding <echtscheiding|en> [ɛxtsxɛidɪŋ] SUBST f

nat·sche·ren [nɑtsxerə(n)] SUBST nt geen Pl

ont·sche·pen <ontscheepte, h. ontscheept> [ɔntsxepə(n)] VERB trans

aan·hech·ten <hechtte aan, h. aangehecht> [anhɛxtə(n)] VERB trans

uit·chec·ken <checkte uit, h. uitgecheckt> [œytʃɛkə(n)] VERB intr verk.

kwijt·schel·ding <kwijtschelding|en> [kwɛitsxɛldɪŋ] SUBST f

schiet·schijf <schiet|schijven> [sxitsxɛif] SUBST f

lucht·schip <lucht|schepen> [lʏxtsxɪp] SUBST nt

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Wörterbücher durchsuchen
Beliebteste