Übersetzungen für „borstengras“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

borst·kas <borstkas|sen> [bɔrstkɑs] SUBST f

1. borstkas (geraamte van de borst):

borstkas

Brustkorb m

borstkas ugs

Brustkasten m

2. borstkas (holte daarbinnen):

borstkas

Brusthöhle f

bor·ste·len <borstelde, h. geborsteld> [bɔrstələ(n)] VERB trans

borstelen

bürsten

zijn haar borstelen

sich Dat das Haar bürsten

borst·zak <borstzak|ken> [bɔrstsɑk] SUBST m

borstzak

Brusttasche f

borstzak (los omgehangen)

Brustbeutel m

borst·slag [bɔr(st)slɑx] SUBST m geen Pl

borstslag

Brustschwimmen nt

borstslag

Bruststil m

borst·vlies <borst|vliezen> [bɔrstflis] SUBST nt

borstvlies

Brustfell nt

bor·stel <borstel|s> [bɔrstəl] SUBST m

1. borstel (schuier):

borstel

Bürste f

2. borstel (grove kwast):

borstel

Borstenpinsel m

3. borstel (glijcontact):

borstel

Bürste f

4. borstel (varkens, wilde zwijnen):

borstel

Borste f

borstel

Schweinsborste f

vor·sten·dom <vorstendom|men> [vɔrstəndɔm] SUBST nt

vorstendom

Fürstentum nt