Übersetzungen für „crimineel“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

cri·mi·neel¹ <crimi|nelen> [kriminel] SUBST m en f

crimineel

Kriminelle(r) f(m)

cri·mi·neel² <criminele, crimineler, crimineelst> [kriminel] ADJ

1. crimineel (strafrechtelijk):

crimineel

Kriminal-

crimineel

Straf-

crimineel

straf-

het crimineel recht

das Strafrecht

een criminele zaak

eine Strafsache

2. crimineel (misdadig):

crimineel

kriminell

crimineel

verbrecherisch

een criminele aanleg

eine kriminelle Veranlagung

3. crimineel (ongehoord):

crimineel

kriminell

crimineel

scheußlich

crimineel

schrecklich

hij vloekt crimineel

er flucht ganz schrecklich

Beispielsätze für crimineel

het crimineel recht

das Strafrecht

hij vloekt crimineel

er flucht ganz schrecklich