Übersetzungen für „daarvoor“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

daar·voor [darvor] ADV

1. daarvoor (voor die plaats):

daarvoor

davor

houd je hand daarvoor

halte deine Hand davor

2. daarvoor (voor die tijd):

daarvoor

davor

daarvoor

zuvor

3. daarvoor (voor die zaak):

daarvoor

dafür

daarvoor

darum

daarvoor

davor

daarvoor heb ik geen tijd

dafür habe ich keine Zeit

daarvoor heeft hij geen respect

davor hat er keinen Respekt

4. daarvoor (in plaats van):

daarvoor

dafür

daarvoor

stattdessen

daarvoor (in de plaats) heb ik een boek gekregen

stattdessen habe ich ein Buch bekommen

5. daarvoor (wegens, vanwege):

daarvoor

dafür

Beispielsätze für daarvoor

hoeveel rekent u daarvoor?

wie viel wollen Sie dafür?

houd je hand daarvoor

halte deine Hand davor

daarvoor houd ik mij aanbevolen

dafür empfehle ich mich

daarvoor heb ik geen tijd

dafür habe ich keine Zeit

daarvoor heeft hij geen respect

davor hat er keinen Respekt

er is daarvoor een wet in de maak

dafür wird gerade ein Gesetz vorbereitet

daarvoor (in de plaats) heb ik een boek gekregen

stattdessen habe ich ein Buch bekommen