Niederländisch » Deutsch

con·cen·tre·ren1 <concentreerde zich, h. zich geconcentreerd> [kɔnsɛntrerə(n)] VERB wk ww

concentreren zich concentreren (de aandacht richten):

be·com·men·ta·rië·ren <becommentarieerde, h. becommentarieerd> [bəkɔmɛntarijerə(n)] VERB trans

dren·te·nie·ren <drentenierde, h. gedrentenierd> VERB intr

ren·te·nie·ren <rentenierde, h. gerentenierd> [rɛntənirə(n)] VERB intr

1. rentenieren (van zijn rente leven):

2. rentenieren (niets uitvoeren):

com·men·ta·rië·ren <commentarieerde, h. gecommentarieerd> [kɔmɛntarijerə(n)] VERB trans

de·cen·tra·li·se·ren <decentraliseerde, h. gedecentraliseerd> [desɛntralizerə(n)] VERB trans

ont·sie·ren <ontsierde, h. ontsierd> [ɔntsirə(n)] VERB trans


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski