Übersetzungen für „eilandstaat“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

lid·staat <lid|staten> [lɪtstat] SUBST m

lidstaat

Mitgliedsland nt

lidstaat

Mitgliedsstaat m

bank·staat <bank|staten> [bɑŋkstat] SUBST m

bankstaat

Bankausweis m

ei·land·je SUBST nt

eilandje → eiland

Siehe auch: eiland

ei·land <eiland|en> [ɛilɑnt] SUBST nt

eiland

Insel f

eilandjes van gras

Grasinseln Pl

een onbewoond eiland

eine unbewohnte Insel

bonds·staat <bonds|staten> [bɔntstat] SUBST m

bondsstaat

Bundesstaat m

deel·staat <deel|staten> [delstat] SUBST m

deelstaat

Einzelstaat m

deelstaat

Gliedstaat m

deelstaat (Duitsland, Oostenrijk)

Bundesland nt

deelstaat (Zwitserland)

Kanton m

ei·land <eiland|en> [ɛilɑnt] SUBST nt

eiland

Insel f

eilandjes van gras

Grasinseln Pl

een onbewoond eiland

eine unbewohnte Insel

im·plan·taat <implan|taten> [ɪmplɑntat] SUBST nt

implantaat

Implantat nt

rand·stad <rand|steden> [rɑntstɑt] SUBST f

ei·land·hop·pen VERB alleen inf.

eilandhoppen

eine Rundreise von Insel zu Insel machen

po·li·tie·staat <politie|staten> [poli(t)sistat] SUBST m

politiestaat

Polizeistaat m

sa·tel·liet·staat <satelliet|staten> [satəlitstat] SUBST m

satellietstaat

Satellitenstaat m

wel·vaarts·staat [wɛlvartstat] SUBST m geen Pl

welvaartsstaat

Wohlfahrtsstaat m