Übersetzungen für „flattermarke“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

flat·te·ren <flatteerde, h. geflatteerd> [flɑterə(n)] VERB trans

flatteren

schmeicheln +Dat

flatteren

aufputzen ugs

de balans flatteren

die Bilanz aufputzen [o. frisieren] ugs

een geflatteerde voorstelling van iets geven

etw schmeichelhaft darstellen

flat·teus <flatteuze, flatteuzer, meest flatteus> [flɑtøs] ADJ

1. flatteus (flatterend):

flatteus

schmeichelnd

flatteus

vorteilhaft

2. flatteus (vleiend):

flatteus

schmeichelhaft

su·per·markt <supermarkt|en> [sypərmɑrkt] SUBST f

supermarkt

Supermarkt m

fla·ter <flater|s> [flatər] SUBST m

flater

Schnitzer m

een geweldige flater slaan

einen Bock schießen ugs

jaar·markt <jaarmarkt|en> [jarmɑrkt] SUBST f

jaarmarkt

Jahrmarkt m

Wa·ter·man <Waterman|nen> [watərmɑn] SUBST m

Waterman

Wassermann m

ui·ter·ma·te [œytərmatə] ADV

uitermate

außerordentlich

uitermate

äußerst

uitermate

ungemein

uitermate (positief)

überaus

plat·te·kaas [plɑtəkas] SUBST m geen Pl belg

plattekaas

Quark m

plat·te·land [plɑtəlɑnt] SUBST nt geen Pl

platteland

Land nt

platteland

Provinz f abw

de bevolking van het platteland

die Landbevölkerung

op het platteland gaan wonen

aufs Land ziehen

fat·te·rig [fɑtərəx] ADJ

fatterig

geckenhaft