Übersetzungen für „gladmaken“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

glad·ma·ken <maakte glad, h. gladgemaakt> [ɣlɑtmakə(n)] VERB trans

1. gladmaken (gelijk, effen maken):

gladmaken

glätten

gladmaken

glatt machen

2. gladmaken (glimmend maken: stof, papier):

gladmaken

satinieren

3. gladmaken (vereffenen):

gladmaken

begleichen

een rekening gladmaken

eine Rechnung begleichen

Beispielsätze für gladmaken

een rekening gladmaken

eine Rechnung begleichen