Übersetzungen für „goedkeuring“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

goed·keu·ring <goedkeuring|en> [ɣutkørɪŋ] SUBST f

1. goedkeuring:

goedkeuring (inwilliging)

Genehmigung f

goedkeuring (instemming)

Billigung f

goedkeuring (instemming)

Zustimmung f

goedkeuring (instemming)

Einverständnis nt

zijn goedkeuring geven [o. verlenen ] (inwilligen)

seine Genehmigung erteilen

zijn goedkeuring geven [o. verlenen ] (instemmen)

zustimmen

algemene goedkeuring

allgemeine Zustimmung

met goedkeuring van de synode

mit Genehmigung der Synode

stilzwijgende goedkeuring

stillschweigendes Einverständnis

iems goedkeuring vragen

jds Genehmigung einholen

de algemene goedkeuring wegdragen

allgemeine Zustimmung finden

2. goedkeuring (waardering):

goedkeuring

Anerkennung f

een teken van goedkeuring (waardering)

ein Zeichen der Anerkennung

Beispielsätze für goedkeuring

algemene goedkeuring

allgemeine Zustimmung

stilzwijgende goedkeuring

stillschweigendes Einverständnis

de algemene goedkeuring wegdragen

allgemeine Zustimmung finden

een teken van goedkeuring (waardering)

ein Zeichen der Anerkennung

aan goedkeuring/belasting onderhevig

genehmigungs-/steuerpflichtig

iems goedkeuring vragen

jds Genehmigung einholen

iems goedkeuring wegdragen

jds Beifall finden

zijn goedkeuring geven [o. verlenen ] (instemmen)

zustimmen

iets onderwerpen aan iems goedkeuring

jdm etw zur Genehmigung vorlegen [o. unterbreiten]

met goedkeuring van de synode

mit Genehmigung der Synode