Niederländisch » Deutsch

groen·tje <groentje|s> [ɣruncə] SUBST nt

groen·te·boer <groenteboer|en> [ɣruntəbur] SUBST m

groen·te·soep [ɣruntəsup] SUBST f geen Pl

groen·te·bed <groentebed|den> [ɣruntəbɛt] SUBST nt

groen·ling <groenling|en> [ɣrunlɪŋ] SUBST m

groen·tijd [ɣruntɛit] SUBST m geen Pl (ontgroeningstijd)

groe·pe·ren1 <groepeerde, h. gegroepeerd> [ɣruperə(n)] VERB trans (rangschikken)


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski