Übersetzungen für „hauptmacht“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

lucht·macht <luchtmacht|en> [lʏxtmɑxt] SUBST f

luchtmacht

Luftwaffe f

land·macht [lɑntmɑxt] SUBST f geen Pl

landmacht

Heer nt

landmacht

Landstreitkräfte Pl

nacht·wacht <nachtwacht|en> [nɑxtwɑxt] SUBST m

nachtwacht

Nachtwache f

staats·macht <staatsmacht|en> [statsmɑxt] SUBST f

1. staatsmacht (regeringsmacht):

staatsmacht

Staatsgewalt f

staatsmacht

Regierungsgewalt f

2. staatsmacht (deel van deze macht):

staatsmacht

staatliche Gewalt f

staatsmacht

staatliche Macht f

vol·macht <volmacht|en> [vɔlmɑxt] SUBST f

volmacht

Vollmacht f

bij volmacht

in Vollmacht

volmacht geven

bevollmächtigen

volmacht geven

ermächtigen

de onbeperkte volmacht

die uneingeschränkte Vollmacht

volmacht verstrekken

(die) Vollmacht erteilen +Dat

zee·macht <zeemacht|en> [zemɑxt] SUBST f

zeemacht

Seemacht f

kern·macht <kernmacht|en> [kɛrmɑxt] SUBST f

kernmacht

Atommacht f

kernmacht

Nuklearmacht f

weer·macht [wermɑxt] SUBST f geen Pl

weermacht

Wehrmacht f

over·macht [ovərmɑxt] SUBST f geen Pl

1. overmacht:

overmacht (grotere macht)

Übermacht f

overmacht (superioriteit)

Überlegenheit f

een verpletterende overmacht

eine erdrückende Übermacht

2. overmacht (groter aantal):

overmacht

Übermacht f

overmacht

Überzahl f

met een grote overmacht verschijnen

in großer Überzahl erscheinen

3. overmacht jur.:

overmacht

höhere Gewalt f

le·ger·macht <legermacht|en> [leɣərmɑxt] SUBST f

legermacht

Militär nt

legermacht

Heer nt

legermacht

Armee f

met een gigantische legermacht

mit einem riesigen Truppenaufgebot

po·li·tie·macht [poli(t)simɑxt] SUBST f geen Pl

1. politiemacht (politiekorps):

politiemacht

Polizei f

politiemacht

Polizeikräfte Pl

2. politiemacht (groot aantal agenten):

politiemacht

Polizeiaufgebot nt

troe·pen·macht <troepenmacht|en> [trupə(n)mɑxt] SUBST f

troepenmacht

Streitmacht f

aan·dacht [andɑxt] SUBST f geen Pl

aandacht

Aufmerksamkeit f

aandacht

Beachtung f

aan iem/aan een zaak geen aandacht besteden

jdm/einer Sache keine Beachtung schenken

iets onder de aandacht brengen van iem

jdn auf etw Akk aufmerksam machen

iems aandacht op iets/iem vestigen

jdn auf etw/jdn aufmerksam machen

de aandacht trekken

die Aufmerksamkeit auf sich Akk ziehen

in de pers veel aandacht krijgen (boek, gebeurtenis)

in der Presse starke Beachtung finden

kinderen hebben veel aandacht nodig

Kinder brauchen viel Zuwendung

hij is onze aandacht waard

er verdient Beachtung

op·dracht <opdracht|en> [ɔbdrɑxt] SUBST f

1. opdracht (taak):

opdracht

Auftrag m

iem een opdracht geven tot de bouw van een villa

jdn beauftragen, eine Villa zu bauen

in opdracht van zijn chef

im Auftrag seines Chefs

een opdracht krijgen/uitvoeren

einen Auftrag bekommen/ausführen

2. opdracht (bewoordingen van toewijding):

opdracht

Widmung f

opdracht

Zueignung f

een opdracht van de schrijver

eine Widmung des Verfassers

van·nacht [vɑnɑxt] ADV

vannacht

heute Nacht