Übersetzungen für „himmelsrund“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

ziels·rust SUBST f

zielsrust → zielenrust

Siehe auch: zielenrust

zie·len·rust [zilə(n)rʏst] SUBST f geen Pl

1. zielenrust:

zielenrust (gemoedsrust)

Seelenruhe f

zielenrust (minder sterk)

Gemütsruhe f

2. zielenrust (eeuwige zaligheid):

zielenrust

Seelenfrieden m

tim·me·ren¹ <timmerde, h. getimmerd> [tɪmərə(n)] VERB intr (slaan)

timmeren

schlagen

timmeren

hauen ugs

erop los timmeren

drauflosschlagen sl

he·mels·breed¹ [heməlzbret] ADJ (zeer groot, wijd)

hemelsbreed

himmelweit ugs

de meningen liepen hemelsbreed uiteen

die Meinungen gingen meilenweit auseinander übtr

een hemelsbreed verschil

ein himmelweiter Unterschied ugs