Übersetzungen für „hinüberzeigend“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

neer·bui·gend <neerbuigende, neerbuigender, neerbuigendst> [nerbœyɣənt] ADJ

neerbuigend

herablassend

on·be·vre·di·gend [ɔmbəvredəɣənt] ADJ

onbevredigend

unbefriedigend

drei·gend [drɛiɣənt] ADJ

1. dreigend (dreiging uitdrukkend):

dreigend

drohend

een dreigend gebaar

eine Drohgebärde

2. dreigend (op het punt staande te gebeuren):

dreigend

drohend

dreigend

bedrohlich

be·vre·di·gend <bevredigende, bevredigender, bevredigendst> [bəvredəɣənt] ADJ

bevredigend

befriedigend

bevredigend

zufriedenstellend

over·tui·gend [ovərtœyɣənt] ADJ

overtuigend

überzeugend

ge·ze·gend <gezegende, gezegender, gezegendst> [ɣəzeɣənt] ADJ

1. gezegend (begenadigd, gelukkig):

gezegend

gesegnet

daar ben je mee gezegend iron

das hast du jetzt am Hals ugs

in gezegende omstandigheden verkeren

in gesegneten [o. anderen] Umständen sein euph

in de gezegende ouderdom van tachtig jaren

im gesegneten Alter von achtzig Jahren

2. gezegend (zegenrijk):

gezegend

segensreich

over·we·gend² [ovərweɣənt] ADV (hoofdzakelijk)

overwegend

überwiegend

overwegend

vorwiegend

we hebben overwegend zon gehad

wir haben überwiegend Sonne gehabt

in·drin·gend <indringende, indringender, indringendst> [ɪndrɪŋənt] ADJ

1. indringend:

indringend (doordringend)

eindringlich

indringend (diepgaand)

tief schürfend

2. indringend (opdringerig):

indringend

zudringlich

indringend

aufdringlich