Übersetzungen für „interimkantoor“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

bij·kan·toor <bijkan|toren> [bɛikɑntor] SUBST nt

bijkantoor

Zweigstelle f

bijkantoor

Nebenstelle f

bijkantoor (post)

Zweigpostamt nt

bijkantoor (bank)

Filiale f

ha·ven·kan·toor <haven|kantoren> [havə(n)kɑntor] SUBST nt

havenkantoor

Hafenamt nt

wis·sel·kan·toor <wisselkan|toren> [wɪsəlkɑntor] SUBST nt

wisselkantoor

Wechselstelle f

wisselkantoor

Wechselstube f

in·te·res·sant <interessante, interessanter, interessantst> [ɪntərɛsɑnt] ADJ

interessant

interessant

een interessant aanbod

ein interessantes Angebot

erg interessant

hochinteressant

dis·tri·bu·tie·kan·toor <distributie|kantoren> [dɪstriby(t)sikɑntor] SUBST nt

1. distributiekantoor (posterijen):

distributiekantoor

Zustellamt nt

2. distributiekantoor (distributiekaarten):

distributiekantoor

Zuteilungsstelle f

post·kan·toor <postkan|toren> [pɔstkɑntor] SUBST nt

postkantoor

Postamt nt

postkantoor

Post f

hoofd·kan·toor <hoofdkan|toren> [hoftkɑntor] SUBST nt

hoofdkantoor

Zentrale f

hoofdkantoor

Hauptgeschäftsstelle f

dou·a·ne·kan·toor <douanekan|toren> [duwanəkɑntor] SUBST nt

douanekantoor

Zollamt nt

be·las·ting·kan·toor <belastingkan|toren> [bəlɑstɪŋkɑntor] SUBST nt

belastingkantoor

Finanzamt nt

in·te·ri·eur <interieur|s> [ɪnter(i)jør] SUBST nt

1. interieur:

interieur (het inwendige)

Interieur nt

interieur (het inwendige)

Innere(s) nt

interieur (aankleding ook)

Innenausstattung f

2. interieur KUNST:

interieur

Interieur nt

in·ter·naat <inter|naten> [ɪntərnat] SUBST nt

internaat

Internat nt

in·ter·ac·tie [ɪntərɑksi] SUBST f geen Pl

interactie

Interaktion f