Übersetzungen für „italowestern“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

wes·tern <western|s> [wɛstərn] SUBST m

western

Wildwestfilm m

western

Western m

zuid·wes·ter <zuidwester|s> [zœytwɛstər] SUBST m

1. zuidwester (storm):

zuidwester

Südwestwind m

2. zuidwester (hoed):

zuidwester

Südwester m

zuid·wes·ten [zœytwɛstə(n)] SUBST nt geen Pl

1. zuidwesten (kompasstreek):

zuidwesten

Südwesten m

zuidwesten meteo., scheepv.

Südwest

2. zuidwesten (streek):

zuidwesten

Südwesten m

noord·wes·ten [nortwɛstə(n)] SUBST nt geen Pl

noordwesten

Nordwesten m

koes·te·ren² <koesterde zich, h. zich gekoesterd> [kustərə(n)] VERB wk ww

koesteren (zich laten verwarmen)

sich wärmen

koesteren (in de zon)

sich sonnen