Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „klapperen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

klap·pe·ren <klapperde, h. geklapperd> [klɑpərə(n)] VERB intr

1. klapperen:

klapperen (geluid: tanden, deur)
klapperen (geluid: deur)
klapperen (geluid: zeilen)
zijn tanden klapperen

2. klapperen (beweging: zeilen, vlag):

klapperen
met zijn oren klapperen
met zijn oren klapperen übtr ugs

Beispielsätze für klapperen

met zijn oren klapperen
zijn tanden klapperen
met zijn oren staan te klapperen

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski