Übersetzungen für „kloostermoeder“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

groot·moe·der <grootmoeder|s> [ɣrotmudər] SUBST f

grootmoeder

Großmutter f

uit grootmoeders tijd

aus Großmutters Zeiten

kloos·ter <klooster|s> [klostər] SUBST nt

klooster

Kloster nt

do·nor·moe·der <donormoeder|s> [donɔrmudər] SUBST f

donormoeder

Leihmutter f

stam·moe·der <stammoeder|s> [stɑmudər] SUBST f

stammoeder

Stammmutter f

stammoeder

Urahnin f

lees·moe·der <leesmoeder|s> [lesmudər] SUBST f

leesmoeder

≈ Elternhilfe f beim Leseunterricht

stief·moe·der <stiefmoeder|s> [stifmudər] SUBST f

stiefmoeder

Stiefmutter f

baar·moe·der <baarmoeder|s> [barmudər] SUBST f

baarmoeder

Gebärmutter f

huur·moe·der <huurmoeder|s> [hyrmudər] SUBST f

huurmoeder

Leihmutter f (, die für das Austragen des Kindes bezahlt wird)

kloot·hom·mel <kloothommel|s> [klothɔməl] SUBST m

kloothommel

Armleuchter m ugs

kloothommel

Arschloch nt vulg

huis·moe·der <huismoeder|s> [hœysmudər] SUBST f

huismoeder

Hausfrau f

schoon·moe·der <schoonmoeder|s> [sxomudər] SUBST f

schoonmoeder

Schwiegermutter f

ver·moe·den¹ <vermoeden|s> [vərmudə(n)] SUBST nt

1. vermoeden:

vermoeden (gissing)

Vermutung f

vermoeden (gissing)

Mutmaßung f

vermoeden (veronderstelling)

Annahme f

een vermoeden opperen

eine Vermutung äußern

2. vermoeden (gedachte):

vermoeden

Ahnung f

geen flauw vermoeden

nicht die leiseste Ahnung

ik had al zo'n vermoeden

das habe ich schon geahnt

gist·poe·der [ɣɪstpudər] SUBST nt of m geen Pl

gistpoeder

Trockenhefe f