Niederländisch » Deutsch

re·ac·tor <reactor|s, reactor|en> [rejɑktɔr] SUBST m

rec·tor <rector|en, rector|s> [rɛktɔr] SUBST m

1. rector (directeur van een school):

2. rector (voorzitter van een academisch bestuur):

Rektor m

3. rector (geestelijk leider):

Rektor m

kreet <kreten> [kret] SUBST m

2. kreet (uitroep, bewering):

Phrase f

krent1 <krent|en> [krɛnt] SUBST f

1. krent (gedroogde druif):

2. krent (zitvlak):

3. krent ((koorts)uitslag):

Grind m

cu·ra·tor <curator|en, curator|s> [kyratɔr] SUBST m

1. curator (beheerder, beheerster):

2. curator jur.:

3. curator (lid van een raad van toezicht):

equa·tor [ekwatɔr] SUBST m geen Pl

se·na·tor <senator|en, senator|s> [senatɔr] SUBST m

ro·tor <rotor|en, rotor|s> [rotɔr] SUBST m

men·tor <mentor|s, mentor|en> [mɛntɔr] SUBST m

1. mentor (studiebegeleider):

Mentor m

2. mentor (raadsman):

lec·tor <lector|en, lector|s> [lɛktɔr] SUBST m

1. lector (docent(e)):

Professor m
Dozent m

2. lector (iem die manuscripten doorleest):

Lektor m

sec·tor <sector|s, sector|en> [sɛktɔr] SUBST m


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski