Niederländisch » Deutsch

loon·trek·ker <loontrekker|s> [lontrɛkər] SUBST m

steun·trek·ster SUBST f

steuntrekster weibliche Form von steuntrekker

Siehe auch: steuntrekker

steun·trek·ker <steuntrekker|s> [støntrɛkər] SUBST m

ge·woon·te·drink·ster SUBST f

gewoontedrinkster weibliche Form von gewoontedrinker

Siehe auch: gewoontedrinker

ge·woon·te·drin·ker <gewoontedrinker|s> [ɣəwontədrɪŋkər] SUBST m

loon·grens <loon|grenzen> [loŋɣrɛns] SUBST f

1. loongrens (welstandsgrens):

2. loongrens (grens van het loonbedrag):

loon·dienst [londinst] SUBST m geen Pl

loon·wer·ker <loonwerker|s> [lonwɛrkər] SUBST m

loop·ster [lopstər]

loopster weibliche Form von loper¹

Siehe auch: loper , loper

lo·per2 <loper|s> [lopər] SUBST m

2. loper (schaakstuk):

4. loper (paard):

Renner m
Traber m

5. loper (schaats):

lo·per1 <loper|s> [lopər] SUBST m (persoon)

goud·zoek·ster SUBST f

goudzoekster weibliche Form von goudzoeker

Siehe auch: goudzoeker

goud·zoe·ker <goudzoeker|s> [ɣɑutsukər] SUBST m

in·breek·ster SUBST f

inbreekster weibliche Form von inbreker

Siehe auch: inbreker

in·bre·ker <inbreker|s> [ɪmbrekər] SUBST m


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski