Übersetzungen für „onweerstaanbaar“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

on·weer·staan·baar <onweerstaanbare, onweerstaanbaarder, onweerstaanbaarst> [ɔnwerstambar] ADJ

1. onweerstaanbaar (niet te weerstaan):

onweerstaanbaar

unwiderstehlich

2. onweerstaanbaar (niet te stuiten):

onweerstaanbaar

unaufhaltsam

met onweerstaanbaar geweld

mit unaufhaltsamer Gewalt

Beispielsätze für onweerstaanbaar

met onweerstaanbaar geweld

mit unaufhaltsamer Gewalt