Übersetzungen für „opgeruimd“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

op·ge·ruimd <opgeruimde, opgeruimder, opgeruimdst> [ɔpxərœymt] ADJ

1. opgeruimd (netjes):

opgeruimd

aufgeräumt

opgeruimd staat netjes

Ordnung ist das halbe Leben

opgeruimd staat netjes

Ordnung muss sein

2. opgeruimd (vrolijk):

opgeruimd

aufgeräumt

opgeruimd

heiter

opgeruimd

gut gelaunt

zij is opgeruimd van aard

sie ist eine Frohnatur

Beispielsätze für opgeruimd

opgeruimd staat netjes

Ordnung ist das halbe Leben

zij is opgeruimd van aard

sie ist eine Frohnatur