Niederländisch » Deutsch

na·syn·chro·ni·se·ren <synchroniseerde na, h. nagesynchroniseerd> [nasɪŋxronizerə(n)] VERB trans

po·ly·theen [politen] SUBST nt geen Pl

po·li·toe·ren <politoerde, h. gepolitoerd> [politurə(n)] VERB trans

po·la·ri·se·ren <polariseerde, h. gepolariseerd> [polarizerə(n)] VERB trans

po·le·mi·se·ren <polemiseerde, h. gepolemiseerd> [polemizerə(n)] VERB intr

syn·chro·ni·se·ren <synchroniseerde, h. gesynchroniseerd> [sɪŋxronizerə(n)] VERB trans

po·ly·ga·mie [poliɣami] SUBST f geen Pl

po·ly·fo·nie [polifoni] SUBST f geen Pl

po·li·ti·se·ren2 <politiseerde, h. gepolitiseerd> [politizerə(n)] VERB intr

com·pro·mit·te·ren <compromitteerde, h. gecompromitteerd> [kɔmpromiterə(n)] VERB trans

poei·e·ren VERB trans

poeieren → poederen

Siehe auch: poederen

poe·de·ren <poederde, h. gepoederd> [pudərə(n)] VERB trans

1. poederen (met poeder bestrooien):

2. poederen (met sneeuw inwrijven):


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski