Niederländisch » Deutsch

praal·wa·gen <praalwagen|s> [pralwaɣə(n)] SUBST m

per·so·nen·wa·gen SUBST m

personenwagen → personenauto

Siehe auch: personenauto

per·so·nen·au·to <personenauto|'s> [pɛrsonə(n)ɑuto, pɛrsonə(n)oto] SUBST m

woon·wa·gen <woonwagen|s> [wonwaɣə(n)] SUBST m

die·ven·wa·gen <dievenwagen|s> [divə(n)waɣə(n)] SUBST m ugs

boe·ven·wa·gen <boevenwagen|s> [buvə(n)waɣə(n)] SUBST m

ter·rein·wa·gen <terreinwagen|s> [tɛrɛinwaɣə(n)] SUBST m

zie·ken·wa·gen <ziekenwagen|s> [zikə(n)waɣə(n)] SUBST m

les·wa·gen <leswagen|s> [lɛswaɣə(n)] SUBST m

lui·wa·gen <luiwagen|s> [lœywaɣə(n)] SUBST m

lijk·wa·gen <lijkwagen|s> [lɛikwaɣə(n)] SUBST m

tank·wa·gen [tɛŋkwaɣə(n)]

tankwagen [[o. tɑŋkwaɣə(n)]] tankwagen|s SUBST m:

sleep·wa·gen SUBST m

sleepwagen → sleepauto

Siehe auch: sleepauto

sleep·au·to <sleepauto|'s> [slepɑuto] SUBST m

sloop·wa·gen SUBST m

sloopwagen → sloopauto

Siehe auch: sloopauto

sloop·au·to <sloopauto|'s> [slopɑuto, slopoto] SUBST m


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski