Niederländisch » Deutsch

raad·geef·ster SUBST f

raadgeefster weibliche Form von raadgever

Siehe auch: raadgever

raad·ge·ver <raadgever|s> [ratxevər] SUBST m

raad·ge·ver <raadgever|s> [ratxevər] SUBST m

raad·ge·vend [ratxevənt] ADJ

raad·ge·ving <raadgeving|en> [ratxevɪŋ] SUBST f

1. raadgeving (het geven van raad):

Raten nt
Beraten nt

2. raadgeving (advies):

Rat m

vraag·ster SUBST f

vraagster weibliche Form von vrager

Siehe auch: vrager

vra·ger <vrager|s> [vraɣər] SUBST m


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski