Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „retrofit“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

Ergebnis-Übersicht

Meintest du vielleicht: retort , getroffen , outfit , retardatie , retoriek , retour , retail , retributie , non-profit und retrograde

re·tort <retort|en> [rətɔrt] SUBST nt of m of f

Retorte f

ge·trof·fen VERB

getroffen volt. deelw. van treffen², treffen³

Siehe auch: treffen , treffen , treffen

tref·fen³ <trof, h. getroffen> [trɛfə(n)] VERB trans

1. treffen (raken):

getroffen door de bliksem

vom Blitz getroffen

2. treffen (ontmoeten, aantreffen):

elkaar treffen

niemand thuis treffen

niemanden zu Hause antreffen

3. treffen (gevoelens):

de muziek trof me zeer

die Musik hat mich sehr berührt

onaangenaam getroffen

unangenehm berührt

4. treffen (betreffen, aangaan):

hem treft geen blaam

ihn trifft kein Tadel form

5. treffen (met ‘het’; boffen):

jullie hebben het getroffen met het weer

ihr habt es mit dem Wetter gut getroffen

6. treffen (iets onaangenaams):

het getroffen gebied

das betroffene Gebiet

7. treffen (tot stand brengen):

voorbereidingen treffen

Vorbereitungen treffen

een treffende gelijkenis

eine frappierende Ähnlichkeit

tref·fen² <trof, h. getroffen> [trɛfə(n)] VERB intr ((goed) uitkomen)

dat treft slecht

das trifft sich schlecht

tref·fen¹ [trɛfə(n)] SUBST nt geen Pl

1. treffen (gevecht):

Treffen nt

2. treffen (samenkomst):

Treffen nt

Zusammenkunft f

3. treffen SPORT (wedstrijd):

Treffen nt

re·tro·gra·de¹ <retrograde|n, retrograde|s> [retroɣradə] SUBST f

retrograde lit.

retrograde muz.

Krebs m

retrograde muz.

non-pro·fit [nɔmprɔfɪt] ADJ

nicht gewinnorientiert

re·tri·bu·tie <retributie|s> [retriby(t)si] SUBST f

1. retributie (teruggave):

Rückerstattung f

Wiedererstattung f

2. retributie (betaling voor overheidsdiensten):

Gebühr f

re·tail [ritel] SUBST f geen Pl

Einzelhandel m kein Pl

Detailhandel m kein Pl

Kleinhandel m kein Pl

re·tour¹ <retour|en> [rətur] SUBST m

op zijn retour zijn übtr (prestaties)

den Höhepunkt überschritten haben

op zijn retour zijn (macht, invloed)

an Boden verlieren

hij is op zijn retour

mit ihm geht es abwärts

re·to·riek [retorik] SUBST f geen Pl

1. retoriek (bombast):

2. retoriek (retorica):

re·tar·da·tie <retardatie|s> [rətɑrda(t)si] SUBST f

1. retardatie nat.:

2. retardatie med.:

Retardation f fachspr

Retardierung f fachspr

3. retardatie muz.:

Dehnung f

out·fit [ɑutfɪt] SUBST m geen Pl

Outfit nt

Linguatec

Wörterbuch durchsuchen

Niederländisch

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski