Übersetzungen für „schikkelijk“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

schik·ke·lijk [sxɪkələk] ADJ

1. schikkelijk:

schikkelijk (inschikkelijk)

umgänglich

schikkelijk (toegeeflijk)

nachgiebig

een schikkelijk man

ein umgänglicher Mensch

2. schikkelijk (redelijk):

schikkelijk

angemessen

een schikkelijke prijs

ein günstiger [o. angemessener] Preis

Beispielsätze für schikkelijk

een schikkelijk man

ein umgänglicher Mensch