Übersetzungen für „schoorsteen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

schoor·steen <schoor|stenen> [sxorsten] SUBST m

1. schoorsteen (rookkanaal):

schoorsteen

Schornstein m

daar kan de schoorsteen niet van roken übtr

davon kann man nicht leben

de schoorsteen trekt niet goed

der Schornstein zieht nicht richtig

zij is een wandelende schoorsteen übtr

sie raucht wie ein Schlot

2. schoorsteen (schoorsteenmantel):

schoorsteen

Kamin m

3. schoorsteen:

schoorsteen (deel bovenop het dak)

Schornstein m

schoorsteen (fabriek, schip)

Schlot m

Beispielsätze für schoorsteen

de schoorsteen vegen

den Schornstein fegen

de schoorsteen trekt niet goed

der Schornstein zieht nicht richtig

zij is een wandelende schoorsteen übtr

sie raucht wie ein Schlot

de storm joelde door de schoorsteen

der Sturm heulte durch den Kamin

daar kan de schoorsteen niet van roken übtr

das kannst du in den Schornstein schreiben ugs