Niederländisch » Deutsch

fre·gat <fregat|ten> [frəɣɑt] SUBST nt

zee·gat <zeegat|en> [zeɣɑt] SUBST nt

seg·ment <segment|en> [sɛɣmɛnt] SUBST nt

1. segment (deel van een cirkel of bol):

Segment nt

2. segment biol.:

Segment nt

3. segment (deel van een constructie):

Segment nt

ver·gat VERB

vergat 3. Pers Sg Imperf van vergeten

Siehe auch: vergeten , vergeten

ver·ge·ten2 <vergat, h./i. vergeten> [vərɣetə(n)] VERB trans

2. vergeten (verzuimen te doen):

3. vergeten (van zich afzetten):

vergeet het maar! übtr

ver·ge·ten1 <vergat zich, h. zich vergeten> [vərɣetə(n)] VERB wk ww

vergeten zich vergeten (buiten zichzelf raken):

deur·gat SUBST nt

deurgat → deuropening

Siehe auch: deuropening

deur·ope·ning <deuropening|en> [døropənɪŋ] SUBST f

hen·nen·gat <hennengat|en> [hɛnə(n)ɣɑt] SUBST nt

con·gre·ga·tie <congregatie|s> [kɔŋɣreɣa(t)si] SUBST f rel.


Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski