Übersetzungen für „slaaplied“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

klaag·lied <klaaglied|eren> [klaxlit] SUBST nt ook übtr

klaaglied

Klagelied nt

slaap·mid·del <slaapmiddel|en> [slapmɪdəl] SUBST nt

slaapmiddel

Schlafmittel nt

slaap·ka·mer <slaapkamer|s> [slapkamər] SUBST f (vertrek, ameublement)

slaapkamer

Schlafzimmer nt

slaafs·heid [slafshɛɪt] SUBST f geen Pl

slaafsheid

(sklavische) Unterwürfigkeit f

slaafsheid

Servilität f form

slaap·wek·kend ADJ

slaapwekkend → slaapverwekkend

Siehe auch: slaapverwekkend

slaap·ver·wek·kend [slapfərwɛkənt] ADJ ook übtr

slaapverwekkend

einschläfernd

slaap·kop <slaapkop|pen> [slapkɔp] SUBST m

slaapkop

Schlafmütze f

slaap·zak <slaapzak|ken> [slapsɑk] SUBST m

slaapzak

Schlafsack m

slaap·bank <slaapbank|en> [slabɑŋk] SUBST f

1. slaapbank (bedbank):

slaapbank

Bettcouch f

slaapbank

Schlafcouch f

2. slaapbank (rustbank):

slaapbank

Liege f

slaap·zaal <slaap|zalen> [slapsal] SUBST f

slaapzaal

Schlafsaal m