Übersetzungen für „snijbloemen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

snij·bloem <snijbloem|en> [snɛiblum] SUBST f

snijbloem

Schnittblume f

snij·boon <snij|bonen> [snɛibon] SUBST f

1. snijboon (groente):

snijboon

Schnittbohne f

2. snijboon (persoon):

snijboon

Kauz m

snijboon

Tulpe f

een rare snijboon

eine komische Tulpe

ver·bloe·men <verbloemde, h. verbloemd> [vərblumə(n)] VERB trans

1. verbloemen (niet laten merken):

verbloemen

verhehlen

verbloemen

verschleiern

2. verbloemen:

verbloemen (niet ronduit zeggen)

durch die Blume sagen

verbloemen (verfraaien)

beschönigen

snij·bran·der <snijbrander|s> [snɛibrɑndər] SUBST m

snijbrander

Schneidbrenner m