Übersetzungen für „soziabilität“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

sol·va·bi·li·teit [sɔlvabilitɛɪt] SUBST f geen Pl

solvabiliteit

Solvenz f

solvabiliteit

Zahlungsfähigkeit f

sta·bi·li·teit [stabilitɛit] SUBST f geen Pl

stabiliteit

Stabilität f

re·ha·bi·li·ta·tie <rehabilitatie|s> [rehabilita(t)si] SUBST f

1. rehabilitatie ((eer)herstel):

rehabilitatie

Rehabilitierung f

rehabilitatie

Rehabilitation f

2. rehabilitatie:

rehabilitatie (renovatie)

Renovierung f

rehabilitatie (restauratie)

Wiederherstellung f

ren·ta·bi·li·teit [rɛntabilitɛit] SUBST f geen Pl

rentabiliteit

Rentabilität f

sen·si·bi·li·teit [sɛnsibilitɛɪt] SUBST f geen Pl

sensibiliteit

Sensibilität f