Übersetzungen für „subtiel“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

sub·tiel <subtiele, subtieler, subtielst> [sʏptil] ADJ

1. subtiel (nauwelijks, moeilijk te onderscheiden):

subtiel

subtil

subtiele nuances

subtile Nuancen Pl

een subtiel verschil

ein subtiler [o. feiner] Unterschied

2. subtiel:

subtiel (fijn onderscheidingsvermogen)

subtil

subtiel (fijn onderscheidingsvermogen)

nuanciert

subtiel (personen)

scharfsinnig

Beispielsätze für subtiel

een subtiel verschil

ein subtiler [o. feiner] Unterschied