Übersetzungen für „tegenhouden“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

te·gen·hou·den <hield tegen, h. tegengehouden> [teɣə(n)hɑudə(n)] VERB trans

1. tegenhouden:

tegenhouden (beletten voort te gaan)

aufhalten

tegenhouden (bij verzet)

zurückhalten

demonstranten tegenhouden

Demonstranten zurückhalten

een hollend paard tegenhouden

ein rennendes Pferd aufhalten

2. tegenhouden:

tegenhouden (verhinderen)

verhindern

tegenhouden (verhinderen)

verhüten

tegenhouden (weerhouden)

abhalten

Beispielsätze für tegenhouden

demonstranten tegenhouden

Demonstranten zurückhalten

een hollend paard tegenhouden

ein rennendes Pferd aufhalten