Übersetzungen für „terugbrengen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

te·rug·bren·gen <bracht terug, h. teruggebracht> [tərʏɣbrɛŋə(n)] VERB trans

1. terugbrengen (weer brengen naar het punt van vertrek):

terugbrengen

zurückbringen

terugbrengen

wiederbringen

2. terugbrengen (weer brengen bij de eigenaar):

terugbrengen

zurückbringen

terugbrengen

wiederbringen

terugbrengen

zurückschaffen

een geleend boek terugbrengen

ein geliehenes Buch zurückbringen

3. terugbrengen (weer in de oorspronkelijke toestand brengen):

terugbrengen

zurückbringen

terugbrengen

zurückversetzen

iets in de oorspronkelijke staat terugbrengen

etw in den ursprünglichen Zustand zurückversetzen

4. terugbrengen (in omvang verminderen):

terugbrengen

reduzieren

iets tot de helft terugbrengen

etw auf die Hälfte reduzieren

5. terugbrengen (herleiden):

terugbrengen

zurückführen auf +Akk

Beispielsätze für terugbrengen

een geleend boek terugbrengen

ein geliehenes Buch zurückbringen

iets tot de helft terugbrengen

etw auf die Hälfte reduzieren

iets in de oorspronkelijke staat terugbrengen

etw in den ursprünglichen Zustand zurückversetzen

iets tot zijn juiste proporties terugbrengen übtr

etw auf das richtige Maß zurückführen