Niederländisch » Deutsch

Übersetzungen für „terugkomen“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch (Springe zu Deutsch » Niederländisch)

te·rug·ko·men <kwam terug, i. teruggekomen> [tərʏxkomə(n)] VERB intr

1. terugkomen (weerkeren):

terugkomen
terugkomen
terugkomen
terugkomen van kantoor

2. terugkomen (zich weer vertonen):

terugkomen
terugkomen

3. terugkomen (nog eens komen):

terugkomen

4. terugkomen (weer komen bij het uitgangspunt):

terugkomen
ervan terugkomen
terugkomen op een onderwerp
terugkomen van een besluit

5. terugkomen SPORT:

terugkomen

Beispielsätze für terugkomen

ervan terugkomen
terugkomen op een onderwerp
terugkomen van een besluit
terugkomen van kantoor

Seite auf Deutsch | English | Español | Italiano | Polski