Übersetzungen für „utilisiert“ im Niederländisch » Deutsch-Wörterbuch

(Springe zu Deutsch » Niederländisch)

fu·ti·li·se·ren <futiliseerde, h. gefutiliseerd> [fytilizerə(n)] VERB trans

futiliseren

herunterspielen

futiliseren

bagatellisieren form

fu·ti·li·teit <futiliteit|en> [fytilitɛit] SUBST f

1. futiliteit (nietigheid):

futiliteit

Nichtigkeit f

futiliteit

Belanglosigkeit f

2. futiliteit (onbeduidende zaak):

futiliteit

Lappalie f

futiliteit

Bagatelle f

fi·lis·ter <filister|s> [filɪstər] SUBST m

filister

Spießbürger m

filister

Spießer m ugs

filister rel.

Philister m

sliert <sliert|en> [slirt] SUBST m

1. sliert:

sliert (rij personen)

Reihe f

sliert (die elkaar vasthouden)

Kette f

sliert (rij voertuigen)

Kolonne f

2. sliert (een heleboel):

sliert

Haufen m

ze hebben een sliert kinderen

sie haben einen Haufen Kinder

3. sliert (persoon):

sliert

lange Latte f

sliert

Bohnenstange f scherzh

sliert

Hopfenstange f scherzh

4. sliert:

sliert (slap neerhangend iets: van haar)

Strähne f

sliert (van kledingstukken e.d.)

Zipfel m

sliert (van rook, damp, mist e.d.)

Schwaden m

sliert (van regen, stroperige substantie, vermicelli)

Faden m

een sliert haar

eine Haarsträhne

slierten rook

Rauchfahnen Pl

slierten rook

Rauchschwaden Pl

sta·bi·li·se·ren <stabiliseerde, h. gestabiliseerd> [stabilizerə(n)] VERB trans

stabiliseren

stabilisieren

ste·ri·li·se·ren <steriliseerde, h. gesteriliseerd> [sterilizerə(n)] VERB trans

1. steriliseren (onvruchtbaar maken):

steriliseren

sterilisieren

steriliseren

unfruchtbar machen

2. steriliseren (desinfecteren):

steriliseren

sterilisieren

steriliseren

keimfrei machen

re·kwi·siet <rekwisiet|en> [rekwizit] SUBST nt (toneelattribuut)

rekwisiet

Requisit nt meist Pl